Loading…
VIOT2018 has ended
Wednesday, January 17 • 2:00pm - 2:30pm
Betroffen of betrokken?

Sign up or log in to save this to your schedule, view media, leave feedback and see who's attending!

Feedback form is now closed.
Als lezers van een verhaal zich kunnen identificeren met de hoofdpersoon, dan kunnen ze zijn standpunten overnemen. Dat gebeurt eerder in een verhaal verteld vanuit het eerste- dan het derdepersoonsperspectief, omdat ‘ik’ dichter bij de lezer staat dan ‘hij’ (o.a. Nan, Dahlstrom, Richards & Rangarajan, 2015). Een onderscheid binnen het eerstepersoonsperspectief dat nog niet in narratievenstudies wordt gebruikt maar wel in de letterkundige verhaaltheorie (o.a. Genette, 1972), is het auto- tegenover het allodiëgetische ik-perspectief (Van der Voort, 1991). De autodiëgetische ik heeft het verhaal meegemaakt als hoofdfiguur en de allodiëgetische ik als getuige. Het onderscheid kan relevant zijn binnen gezondheidscommunicatie over ‘geslachtsgebonden’ ziektes zoals borstkanker, waarbij de autodiëgetische ik patiënt is, en de allodiëgetische ik de partner. Mannelijke lezers van de allodiëgetische tekst, vanwege geslacht minimale kans op borstkanker, kunnen zich toch identificeren met de hoofdpersoon. Doel van de narratieve voorlichtingstekst is dan om mannen te overtuigen dat ze hun vrouwelijke partners moeten motiveren tot deelname aan het bevolkingsonderzoek borstkanker.
In een experiment kregen mannen en vrouwen een narratief voorgelegd: autodiëgetisch (vrouwelijke borstkankerpatiënt vertelt) of allodiëgetisch (mannelijke partner van borstkankerpatiënt vertelt). Er werd voor overtuiging en identificatie een interactie-effect verwacht tussen perspectief van de tekst en geslacht van de lezers: vrouwen die de auto- en mannen die de allodiëgetische tekst lazen, zouden in hogere mate overtuigd zijn van (motiveren tot) deelname aan borstkankeronderzoek en zouden zich in hogere mate met de hoofdpersoon identificeren dan vrouwen die de allo- en mannen die de autodiëgetische tekst lazen. Uit de resultaten bleek voor intentie en perspectief nemen het verwachte interactie-effect: proefpersonen die de tekst met de hoofdpersoon van hetzelfde geslacht lazen, waren in hogere mate overtuigd van (motiveren tot) deelname aan het borstkankeronderzoek en konden zich beter het leven van de hoofdpersoon inbeelden. Opvallend waren de resultaten voor identificatie en waargenomen gelijkenis: ongeacht hun geslacht vonden de proefpersonen zichzelf meer lijken op en identificeerden ze zich liever met de niet-patiënt dan met de patiënt.
De onderzoeksresultaten laten zien dat de ik in narratieven binnen de gezondheidscommunicatie niet zomaar een ik is en dat de term ‘eerstepersoonsperspectief’ in toekomstige onderzoeken moet worden uitgewerkt.


Wednesday January 17, 2018 2:00pm - 2:30pm CET
(3) A7